De hond gaat door

31-07-2023

Ik balanceer op de boomstronk boven het water. 

'Geloof je?' 

Nee, denk ik. 

'Ja', zeg ik. 

'Toe dan. Als je valt, kan ik je niet opvangen. Maar het water is ondiep.' 

De hond die bij ons loopt, pletst het water in. Verderop zwemt hij ineens. 

Jij lacht erom en ik doe mee. Mijn lach galmt tussen de bomen. Op handen en knieën kruip ik over de stronk naar de overkant, onhandig en giechelend.  De veldbloemen in mijn hand zijn een rommelig bosje geworden. Zo gaat dat in het leven. 

De hond schudt zich uit en blijft staan aan de rand van het pad dat nu een grote poel is. Jij loopt om en zoekt een weg door de struiken. De doorns ervan graaien naar je. 

'Komaan,' zeg ik, 'het ergste wat er kan gebeuren, is dat je nat wordt. Maar water is maar water en droogt altijd weer op.' 

Je lijkt me niet te horen. Ik volg de hond en zak tot mijn kuiten in het water. 

'Komaan!' roep ik, maar ik weet dat je me niet zal volgen. Ploeterend en foeterend loop ik in het spoor van de hond tot hij me uit het water leidt. Terwijl hij snuffelt, sta ik even stil bij de zoete zweem van vlierbloesem. Ik kijk niet achterom, maar blijf wel luisteren. 

We bereiken de plek waar we elkaar het laatst zagen. Daar zat je, met je voeten bungelend over het bruggetje, turend naar het water. Je keek op, glimlachte (altijd) en kwam naar me toe. De oude boom weet het nog. 

Nu ga ik hier zitten. Mijn voeten bungelend boven het water. 

Ik laat de veldbloemen in de stroming vallen 

en kijk toe 

hoe ze 

om de bocht 

verdwijnen. 

De hond gaat door. 

 1983-2023

(Oorspronkelijk gepubliceerd in mei 2023.)