I have a dream ...

31-07-2023

Het moment dat ik Mijo opgaf, kan ik me nog helder herinneren. Het was putje winter, ijskoud, midden in de nacht, en ik was doodmoe. Ik zie hem nog staan: zijn smalle lijfje stijf achterin de tuin tussen het bevroren gras. Elke poging om hem binnen te krijgen, eindigde in een overdreven gespurt door de tuin. Ik voelde me machteloos, belachelijk en menselijk. Mijn geduld was op.

Ik ging naar binnen, sloot de deur achter me en ging naar bed. Daar staarde ik met grote ogen het donker in. Ik heb het gehad, dacht ik. Ik heb het verdomme gehad. Een uur later strompelde ik naar beneden, opende de deur, ging zwijgend op mijn aangewezen plek in de tuin staan, keek naar links, en Mijo wandelde naar binnen.

Als pup werd Mijo gevonden in Spanje, naast zijn dode moeder aan de kant van de weg. Olé. Hij werd overgebracht naar Spaanse Honden In Nood, waar hij twee jaren verbleef. Toen hij eindelijk werd geadopteerd door een gezin in België, werd ik gecontacteerd omwille van Mijo's gedrag. De mensen schenen geen contact met hem te kunnen maken. Hij bracht hele dagen door in zijn (open) bench, stil en klein, in het verste hoekje. Af en toe liep hij naar de tafel en terug.

Toen ik Mijo voor het eerst zag, bedacht ik dat ik nooit zo'n trieste hond had gezien. Hij zag eruit alsof hij het leven had opgegeven, met alles en iedereen erin. Diezelfde dag nam ik hem mee naar huis, en kreeg de maanden daarop van verschillende mensen het advies om Mijo te laten euthanaseren wegens psychisch lijden. Hij bracht hele dagen en nachten door op hetzelfde plekje in mijn bureau. Bij benadering, zacht en zijdelings zoals aangeleerd, verstijfde hij, begon hij te rillen en hoorde ik zijn hart kloppen.

Mijo stonk. Niet naar asiel, maar naar de bijna menselijke geur van angstzweet. Mijn andere honden deden alsof hij er niet was.

Iedere poging om hem aan te moedigen om mijn bureau te verlaten, mondde uit tot een spartelende paniekreactie waarbij Mijo zijn urine en stoelgang verloor. Na enkele weken, begon Mijo in de kamer rond te lopen. Rond mijn bureau. Rond en rond. Onophoudelijk.

Met al het geduld dat ik in mijn levensjaren had gespaard, toonde ik dat aanraking niets was om bang van te zijn. Ik ging bij Mijo zitten, telkens een beetje dichterbij, en liet mijn hand liggen met een stukje kaas erin, totdat mijn arm verkrampte. Ik liet hem wennen aan mijn stem, en legde lokaas richting achterdeur. Zindelijkheid stond op mijn prioriteitenlijst.

Na een volgende maand kon ik Mijo in mijn armen tillen, en droeg ik hem de drempel over van de ene kamer naar de andere. Daar veranderden de vloertegels, zette ik hem op de grond en liet ik hem teruglopen. Zo, elke dag een beetje verder, kreeg ik hem uiteindelijk buiten. En toen kreeg ik hem niet meer binnen.

Maanden gingen voorbij, en we ervaarden dat Mijo bijzonder gevoelig was aan details. Als hij in de tuin was, bijvoorbeeld, ging mijn man op één bepaalde plaats staan, zwijgend, en keek hij naar rechts. Tegelijk stond ik op een andere, specifieke plek, zwijgend, en keek ik naar links. Alleen zo wandelde Mijo naar binnen. Niet anders.

De nacht dat ik Mijo opgaf, had ik bezoek gehad, en was mijn man er niet. De precieze formatie kon dus niet worden gevormd en in het huis hingen geuren van vreemden. Mijo was vier maanden bij ons, had mijn reserve geduld leeggeroofd, en sprak alles tegen wat ik tot dan toe over honden had geleerd.

Vanaf het moment dat ik Mijo losliet, ging ik gewoon mee in zijn eigenaardige gewoontes en noden, moedigde hem niet meer aan en probeerde hem niet meer te veranderen.

En weet je wat? Mijo floreerde. Plots at hij zijn kom leeg, terwijl ik in de buurt was. Ineens stond hij als een schaduw naast me, of voelde ik hem snuffelen aan de achterkant van mijn benen. Hij viel in slaap naast me, snurkend, en de tranen rolden uit mijn ogen. Hij liet zich aanlijnen, en we maakten onze eerste wandeling samen. Mijn andere honden begonnen met hem te spelen.

Aanvaarding als individu, los van verwachtingen, was alles wat Mijo nodig had gehad. Vandaag is Mijo een bijzonder vrolijke, speelse en grappige hond, die houdt van fysieke affectie. Hij komt als ik hem roep (in het Spaans, uiteraard), en ontfermt zich over de bescherming van onze kroost kippen en geiten. Als ik binnen ben, is Mijo binnen, en als ik buiten ben, is Mijo buiten.

Mijo kan niet zitten, liggen of pootje geven op verzoek. Dat hoeft niet. Wij verstaan elkaar prima, hebben oog voor elkaars subtielste communicatiesignalen, en respecteren elkaars wensen en grenzen. Mijo en ik zijn gelukkig samen en ik ben trots op hem. De rest van de wereld en zijn verwachtingen en vooroordelen zal ons worst wezen.

Gisteren observeerde ik een groepsles, waarbij honden a.h.v. een strak lijntje dienden te gehoorzamen, en fysiek geforceerd werden tot onnatuurlijke houdingen. Het was een schat aan conflictvermijdende stresssignalen, en geen mens die het leek te zien. Misschien zagen ze het wel, maar waren de verwachtingen belangrijker dan de emotionele beleving van de honden. Mijn hart brak ervan. Ik keek naar al die gespannen hondengezichten, en zag onbegrepen zieltjes, eenzaam in hun communicatie.

Ik dacht aan Mijo en het belang van loslaten, dat hij me heeft geleerd. Een hond hond laten zijn, binnen zijn unieke individuele kader, is in de hondenwereld nog niet zo vanzelfsprekend als ik had gedacht.

Ik droom van een wereld, waarin iedere hond zichzelf mag zijn.

(Oorspronkelijk gepubliceerd in november 2018.)