Kijk naar je hond
In 'Dogsitief, de hoogsensitieve hond begrijpen en begeleiden', moedig ik aan om te kijken naar je hond. Maar wat bedoel ik daar eigenlijk mee?
Vanuit onze kenniscultuur zijn we geneigd om het te begrijpen als een instructie tot observatie met pen en papier bij de hand. Om signalen op te merken met als doel ze te interpreteren. Dat doen we dan zo objectief mogelijk, en soms halen we een boekje erbij dat ons vertelt wat we zien. Terwijl we observeren en interpreteren, proberen we zo weinig mogelijk te beïnvloeden of te antropomorfiseren.
De ironie ligt erin dat onze nabijheid altijd een invloed uitoefent op de beleving van onze honden, dat we vanuit ons mens-zijn altijd ten prooi vallen aan een vorm van antropomorfisme, en dat geen van beiden altijd negatief hoeft te zijn. We kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om op veilig te spelen en er vanuit te gaan dat onze honden wellicht complex voelende en denkende wezens zijn. Op die manier kunnen we rekening houden met hun gevoeligheden, net zoals we graag hebben dat onze familieleden ook rekening houden met onze gevoeligheden. Net zoals wij graag werkelijk worden gezien als het individu dat we zijn: uniek en volwaardig.
Dat bedoel ik met 'kijken naar je hond': tijd en ruimte creëren om je aandacht werkelijk te leggen bij je hond, zonder een bepaald doel. Als we bijvoorbeeld signalen willen interpreteren, is de kans groot dat we (onbewust?) een invulling geven die aansluit bij onze verwachtingen én dat we de context uit het oog verliezen. Er gaat dan een heleboel waardevolle informatie verloren.
Als we eenvoudig de tijd nemen om aandacht te hebben voor elkaar, binnen een sfeer waarin ieder individu de ruimte krijgt om zich te uiten, dan beginnen we elkaar werkelijk te zien. We hoeven geen cirkelgesprekken te voeren over de stand van de staart, maar we kunnen kijken naar waar de interesses liggen van de hond. Wat vind hij belangrijk? Waaraan besteed hij meer of minder aandacht?
Of, beter nog, we kunnen ons helemaal geen vragen stellen en eenvoudig samen 'zijn'.
Wat we ook kunnen doen, is ons openstellen voor duizend vragen zonder de intentie om op iedere vraag één vast antwoord te zoeken. Vragen stellen, sijpelt het bij me door, is waardevoller dan antwoorden bieden. Vragen stellen nodigt ons uit om te blijven denken en te blijven overwegen. Het nodigt ons uit om met onze volste aandacht te blijven kijken naar onze honden, en het biedt hen de ruimte om volwaardig wederzijds te communiceren.
Een voorbeeld: onlangs zei ik tegen David Pithie dat ik de indruk had dat Maya met de leeftijd trager begint te denken.
David antwoordde: 'Denkt ze traag? Of denkt ze diep?'
… en met dat ene zinnetje kijk ik weer helemaal anders naar onze lieve (en wijze?) Maya.
(Oorspronkelijk gepubliceerd in juni 2020.)