Mijn dochter is geboren
Vijf jaren en tien maanden geleden, zat ik aan een schoolbankje dat een internaat van de jaren '50 had overleefd, in mijn slaapkamer op een klein appartement. De muren waren zwart en goud geschilderd, en waren behangen met tekeningen van de mode uit de eeuw van de verlichting. Op de achtergrond klonk nu eens de stem van Matthew Bellamy, dan eens de sarabande van Haendel. Uit de rook van dozijnen kaarsen dook het verhaal op van Louise Van Loven, een meisje dat in het achttiende-eeuwse Leuven het leven alleen trotseerde. Het fictieve verhaal leefde in mijn vingers en vertaalde zich in fragmenten op papier. Mijn vrije tijd bracht ik bladerend door in bibliotheken. Hele avonden en nachten dacht ik alleen nog aan haar en wat haar zou zijn overkomen. Mijn Louise.
Amper een maand geleden, zat ik aan mijn bureau onder dezelfde tekeningen in mijn slaapkamer, in Arizona. Ik typte de laatste woorden over en schoof mijn papieren voor me uit. Mijn bloed werd warm van een eerste ervaring van pure voldoening. Ik was klaar. Denk ik.
Gewapend met mijn virtuele en geschreven versie, trok ik naar mijn vaderland om daar een goede thuis voor Louise te vinden. Die vond ik net over de Nederlandse grens, bij een familie die Uitgeverij De Geus heet.
Nooit eerder heb ik in meer geloofd dan in de creatie van mijn eigen verbeelding waarin de thema's psychologie, filosofie, liefde en religie centraal staan, met een achtergrond van het realisme van de betreffende tijd. Mijn kindje is geboren, en nu wordt het tijd om haar beetje bij beetje los te laten, zodat ze bij haar lezers de onsterfelijkheid tegemoet kan gaan.
(oorspronkelijk gepubliceerd in september, 2009)